Wat Veroorzaakt Insulineresistentie?

In studies van bijna een eeuw geleden werd iets opmerkelijks ontdekt. Neem jonge, gezonde mensen en verdeel ze in twee groepen, de ene helft krijgt eten met veel vet, de andere helft met veel koolhydraten, en dan gebeurt er binnen twee dagen dit. De glucose-intolerantie schiet omhoog in de groep met het vette eten.

Als reactie op dezelfde lading suikerwater kreeg de groep die vet naar binnen had zitten proppen een twee keer zo hoge bloedsuikerspiegel. Zodra de hoeveelheid vet in het eten stijgt, pieken ook de bloedsuikers. Het kostte wetenschappers bijna 70 jaar om dit mysterie te ontrafelen, maar uiteindelijk leidde het tot wat we tegenwoordig weten over de oorzaken van diabetes type 2.

Als atleten koolhydraten schuiven voor een wedstrijd, proberen ze daarmee de brandstoftoevoer in hun spieren op te bouwen. Zetmeel wordt in glucose omgezet in ons spijsverteringsstelsel; dat circuleert als bloedglucose, bloedsuiker, en wordt door onze spieren opgenomen en verbrand om energie te leveren.

Bloedsuiker is evenwel een soort vampier. Het moet uitgenodigd worden om onze cellen binnen te komen. En insuline is die uitnodiging.

Hier is een spiercel. Hierbuiten staan een paar bloedsuikers geduldig te wachten tot ze naar binnen mogen. Insuline is de sleutel die de deur opent om de suiker in ons bloed de spiercel binnen te laten gaan. Als de insuline zich hecht aan de insulinereceptor, wordt er een enzym geactiveerd, dat weer een ander enzym activeert, dat nog twee enzymen activeert, wat uiteindelijk het glucosetransport in gang zet, wat fungeert als een poort voor de glucose om de cel binnen te komen.

Insuline is dus de sleutel waarmee de deur naar onze spiercellen open gaat. Wat als er nu geen insuline was? Nou, dan zou de bloedsuiker vastzitten in de bloedbaan, op de deur bonzen bij de spieren en niet naar binnen kunnen, en omdat de suiker nergens heen kan, blijven de suikerspiegels stijgen. Dat is wat er gebeurt bij diabetes type 1.

De cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken worden vernietigd, en zonder insuline kan het suiker in het bloed niet vanuit het bloed naar de spieren, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Maar er is nog een manier waardoor we een hoge bloedsuikerspiegel kunnen krijgen.

Wat als er genoeg insuline is, maar de insuline werkt niet? De sleutel is er, maar het slot zit dichtgeplakt. Dat heet insulineresistentie. Onze spiercellen zijn ongevoelig voor de werking van insuline. Wat zit er in het slot van de deur naar onze spiercellen zodat insuline de suiker niet binnenlaat?

Vet. Dat heet intramyocellulaire lipide, het vet in onze spiercellen. Het vet in de bloedbaan kan zich ophopen in de spiercellen, waardoor giftige vetafbraakproducten ontstaan en vrije radicalen die de signalen voor de doorgifte blokkeren. Hoeveel insuline we ook hebben in ons bloed, de poorten voor de glucose gaan niet open en de bloedsuikerspiegel stijgt.

Dit mechanisme waardoor vet, met name verzadigd vet, insulineresistentie in gang zet, was niet bekend totdat sjieke MRI-technieken ontwikkeld werden om te kijken wat er bij mensen in hun spieren gebeurt als vet in hun bloedbaan werd gebracht. Op die manier kwamen ze erachter dat een hogere hoeveelheid vet in het bloed insulineresistentie veroorzaakt doordat de glucose de spieren niet in kan.

En dat kan binnen drie uur plaatsvinden. Eén voltreffer met vet kan de insulineresistentie in gang zetten, en de opname van glucose remmen, na slechts 160 minuten. Hetzelfde gebeurt bij jongvolwassenen. Je brengt vet in hun bloedbaan. Dat bouwt zich op in hun spieren en vermindert hun gevoeligheid voor insuline, waaruit blijkt dat meer vet in het bloed in belangrijke mate bijdraagt aan insulineresistentie.

En dan kun je het tegenovergestelde experiment doen. Verlaag de hoeveelheid vet in het bloed van mensen en de insulineresistentie daalt meteen. Haal je het vet uit het bloed, dan haal je de suiker uit het bloed. Dat is dus de verklaring voor deze bevinding.

Bij een dieet met veel vet, het ketogene dieet, werkt de insuline niet goed. Ons lichaam is insulineresistent. Maar als de de hoeveelheid vet in ons eten steeds lager wordt, werkt de insuline steeds beter.

Dat is een duidelijk bewijs dat zelfs de suikertolerantie van gezonde mensen kan worden aangetast door het toedienen van een dieet met weinig koolhydraten en veel vet.

Maar we kunnen insulineresistentie verlagen, de oorzaak van pre-diabetes, de oorzaak van diabetes type 2, door de inname van verzadigd vet te verlagen.

 

Referentiebronvermelding:

 

Dieet en Reumatoïde Artritis

Reumatoïde artritis misvormt het lichaam. Het wordt vaak behandeld met de meest giftige medicijnen, zoals steroïden, chemotherapie-medicijnen en thalidomide. We weten al tien jaar dat het eten van vlees een cruciale rol kan spelen, gebaseerd op dit soort data, waaruit blijkt dat hoe meer vlees in een land wordt gegeten, hoe meer de ziekte in dat land voorkomt.

Vegetarisch eten kan de kans dat je reumatoïde artritis krijgt verminderen. Maar als je het al hebt, maakt het dan nog uit wat je eet?

'Vegetarische diëten zijn succesvol bij het behandelen van reumatoïde artritis.' Feit of fictie? Feit. Bijna ieder onderzoek dat over dit onderwerp wordt gepubliceerd, heeft laten zien dat vegetarische diëten inderdaad gebruikt kunnen worden om de ziekte succesvol te behandelen.

Sommigen hebben vegetarische diëten met en zonder vasten getest. Sommigen testten veganistische diëten, sommige rauw-veganistische diëten, sommigen gebruikten zelfs glutenvrij rauw-veganistische diëten. Wat ze allemaal gemeen hadden, was dat ze allemaal vegetarisch waren en dat ze allemaal werkten.

De enige vraag die overblijft is: waarom? Is reumatoïde artritis een door vlees veroorzaakte aanval van ons eigen immuunsysteem op onze gewrichten? Of zijn de eiwitten in het vlees zelf betrokken bij het aanvallen van de gewrichten?

Dit is van eerder dit jaar: een case-studie van een vrouw die vlees, zuivel en eieren at, met zulke heftige gewrichtsontstekingen dat ze chemokuren en steroïden kreeg. totdat ze stopte met het eten van dierlijke producten en haar symptomen verdwenen toen ze slechts plantaardige eiwitten at.

Ze kon haar ziekte aan- en uitschakelen alsof het een lichtknop was. Er staat zelfs dat ze een dag voor haar afspraak bij de dokter, vlees at, om de dokter te bewijzen dat ze echt heel erg last van artritis had.

Als vatbare mensen al die lichaamsvreemde dierlijke eiwitten in hun lichaam stoppen kan één van deze twee dingen gebeuren: Als we knagen aan het kraakbeen aan het eind van een kippenpoot, reageert ons immuunsysteem op deze lichaamsvreemde kraakbeen-eiwitten door kraakbeen-antilichamen te maken. Die kunnen in de war raken en ons eigen kraakbeen gaan aanvallen. Dat bedoelen ze met 'door vlees veroorzaakte gewrichtsaanvallen.'

De andere mogelijkheid is dat zelfs als er geen kruisreactieve verwarring is, de immuuncomplexen die worden gevormd door de dierlijke eiwitten in onze antilichamen zich in onze gewrichten kunnen verplaatsen en op die manier ontstekingen uitlokken.

Het is wel interessant om te zien hoe ze deze experimenten doen, Als onderzoekers willen weten of iemand allergisch reageert op dierlijke eiwitten, kunnen ze iemand niet zomaar eieren met spek geven en vragen hoe ze zich voelen, want je moet een placebo als controle hebben, om het eten mee te vergelijken. En mensen zullen het doorhebben of ze eieren met spek eten of een suikerpil.

Dus hoe krijg je voedsel bij iemand naar binnen, op zo'n manier dat je de smaakpapillen omzeilt? Je stopt het in hun kont. 'Reactiviteit na het rectaal inbrengen van voedsel bij patiënten met reumatoïde artritis.' Nogmaals; probeer dit niet thuis.

Dierlijke Eiwitten, Zwangerschap, en Obesitas bij Kinderen

Als je zwangere krekels blootstelt aan een roofzuchtige wolfspin, zullen haar baby's, die uitkomen, verhoogd anti-roofdier gedrag vertonen, en als gevolg daarvan een verbeterde overleving van een wolfspin aanval hebben.

De moeder krekel bleek te in staat zijn om haar baby's te waarschuwen over de dreiging toen ze nog steeds binnenin haar zaten dus ze zouden vooraf worden aangepast aan hun externe omgeving. Dit gebeurt ook in planten.

Als je twee genetisch identieke planten kweekt - een in de zon, een in de schaduw, dan zal de zon-geteelde plant zaden produceren die beter groeien in de zon en de schaduwrijke plant zal zaden laten groeien die beter groeien in de schaduw - ook al zijn ze genetisch identiek. Dus waar we mee te maken hebben is epigenetica, externe factoren veranderen de gen-expressie.

Veldmuis jongen die worden geboren in de winter worden geboren met een dikkere vacht. Veldmuis moeders zijn in staat om over het seizoen te communiceren hun baby in de baarmoeder en hen te zeggen een as aan te trekken nog voordat ze geboren zijn, en mensen zijn niet anders.

Je weet hoe verschillende mensen verschillende temperatuur toleranties hebben, wat resulteert in veldslagen in de slaapkamer - heb je de airco aan- of uitgeschakeld, de ramen opengezet? Het is niet alleen de genetica. Of je bent geboren in de tropen of in een koude omgeving bepaalt hoeveel actieve zweetklieren je hebt in je huid. Maar wat heeft dit te maken met een dieet?

Kan wat een zwangere vrouw eet de biologie van hun kinderen permanent veranderen in de zin van welke genen zijn ingeschakeld of uitgeschakeld in het leven? Of wat ze niet eten? Wat gebeurde er met de kinderen geboren tijdens de 1945 Nederlandse hongersnood, opgelegd door de nazi's? Meer gevallen van obesitas 50 jaar later.

De baby's DNA gen-expressie is voor de geboorte geherprogrammeerd vanwege de verwachting om geboren te worden in een wereld van hongersnood, ten koste van alles calorieën te besparen, maar toen de oorlog voorbij was, werd deze neiging om vet op te slaan een nadeel. Wat zwangere vrouwen eten en niet eten helpt niet alleen het geboortegewicht van het kind te bepalen maar ook het volwassen gewicht van het kind. Bijvoorbeeld, moeders eiwitinname tijdens de zwangerschap kan een rol spelen in de obesitas epidemie en niet eiwitten in het algemeen.

Eiwit uit dierlijke bronnen, voornamelijk vleesproducten, geconsumeerd tijdens de zwangerschap kan het risico verhogen dat hun kinderen opgroeien met overgewicht. Aanvankelijk dacht men dat het misschien de IGF-1 zijn, een groeihormoon gestimuleerd door consumptie van dierlijke producten die de aanmaak van vetweefsel zou verhogen, maar gewichtstoename was meer gebonden aan vlees dan aan zuivel.

Elke dagelijkse portie vlees tijdens het derde trimester van de zwangerschap resulteerde in ongeveer een extra procent lichaamsvet bij hun kinderen op hun 16e verjaardag, een mogelijke verhoging van het risico op obesitas op latere leeftijd, los van hoeveel calorieën ze aten of hoeveel ze sporten Maar zo'n verband werd niet gevonden bij koemelk consumptie, die vermoedelijk de IGF-1-spiegels net zo hoog laten stijgen.

Dus misschien zijn de obeso-genen in vlees, de chemische stoffen die de groei van vetweefsel te stimuleren. Opkomend bewijs toont aan dat omgevingsfactoren betreffende personen vatbaarder maakt om extra gewicht te verkrijgen, ongeacht dieet en lichaamsbeweging. Want, zelfs onze kinderen zijn dikker - je kunt dat niet de schuld geven aan dieet en lichaamsbeweging.

Zelfs dieren. En niet alleen onze verwende huisdieren, zelfs ratten in laboratoria en metrostations. De kans dat 24 verschillende dierpopulaties uit acht verschillende rassen allemaal een positieve trend in gewicht laten zien was in de afgelopen decennia minder dan één op een miljoen, en dus lijkt er iets anders aan de hand te zijn, zoals obesogene chemicaliën.

Een dergelijke kandidaat is polycyclische aromatische koolwaterstof gevonden in sigaretten, uitgespuwd door uitlaatpijpen en in gegrild vlees. Deze landelijke studie van duizenden kinderen ontdekte dat hoe meer de kinderen worden blootgesteld, hoe dikker ze neigden te worden - ze konden de niveaus van deze stoffen meten rechtstreeks in hun urine.

En het kan al beginnen in de baarmoeder; prenatale blootstelling aan deze chemicaliën kan verhoogde vetmassa veroorzaken tijdens de kindertijd en een hoger risico van obesitas bij kinderen. Als deze verontreinigende stoffen bekend in de oren klinken - Ik heb ze eerder behandeld in relatie tot het verhogen van het risico op borstkanker in de Long Island Breast Cancer Study, dus misschien zijn ze niet alleen obesogens maar evengoed kankerverwekkende stoffen, wellicht de verhoging van 47% verklaart op het risico van borstkanker bij oudere vrouwen in relatie tot een gemiddelde levensduur van gegrilde en gerookte gerechten.

Als je kijkt naar een van de meest voorkomende van deze giftige stoffen, rokers krijgen ongeveer de helft uit de voeding, en de helft van sigaretten, maar voor niet-rokers, komt 99% uit voeding. De hoogste niveaus zijn gevonden in vlees, met varkensvlees blijkbaar erger dan rundvlees, maar zoals je kunt zien, zelfs donkergroen blad zoals boerenkool kunnen besmet raken door verontreinigende stoffen uit de lucht, dus pluk uw paardenbloem -blaadjes niet langs de snelweg en zorg ervoor dat je je salade-bladeren wast onder stromend water.

Aangezien het in vet oplosbare verontreinigende stoffen zijn; moeten ze veel vet absorberen, dus zelfs zwaar verontreinigde plantaardige bronnen zijn waarschijnlijk veiliger, tenzij je veel olie op je eten sprenkelt, waardoor de toxinen vermoedelijk even gemakkelijk opgenomen worden dan de toxines in het vlees. Het goede nieuws is dat ze zich niet ophopen in je lichaam.

Als je mensen blootstelt aan gegrilde kip op tijdstip nul hier, kan je zien dat zij een grote piek in deze chemicaliën krijgen wel tot een honderdvoudige toename, maar je lichaam kan zich er binnen ongeveer 20 uur van ontdoen. Het probleem is natuurlijk dat mensen die dit soort voedsel elke dag eten zichzelf voortdurend blootstellen, wat niet alleen van invloed op hun gezondheid en de gezondheid van hun kinderen is, maar misschien zelfs op de gezondheid van hun kleinkinderen.

Zwanger zijn tijdens de Nederlandse hongersnood leidde niet alleen tot een toename van ziekten onder hun kinderen, maar zelfs blijkbaar onder hun kleinkinderen. Dus, wat een zwangere vrouw nu eet kan invloed hebben op toekomstige generaties.

De kwestie van generatie- overschrijdende effecten van de slechte omstandigheden tijdens de zwangerschap kan helpen enig licht te werpen op de explosieve epidemieën van diabetes, obesitas, cardiovasculaire ziekte geassocieerd met deze overgang naar een westerse levensstijl.

Hoe Astma te Behandelen met een Zoutarm Dieet

In de jaren '60 en '70 ontstond er een mysterie. Waarom waren kinderastma-cijfers in de eerste wereld tussen 2 en 5%, maar in de derde wereld slechts 0,007%? Dus in plaats van 1 op de 20 - of 1 op de 50 kinderen getroffen, zou het meer als 1 op de 10.000 kinderen zijn - uiterst zeldzaam dus.

En als ze verhuisden van een gebied met laag risico naar een gebied met oog risico, ging hun risico omhoog, dus het was niet genetisch bepaald. Wat was er aan de hand? Werden ze blootgesteld aan iets nieuws? Of lieten ze een soort van beschermende factor achter?

Wel, lang geleden in 1938, toonden wetenschappers aan dat ze astma-aanvallen konden stoppen door verlagen van 't natriumpeil bij kinderen. Maar dit werd gedaan door middel van een plaspil, terwijl latere dieetexperimenten aantoonden dat diëten hoog in zout astmatische symptomen leken te verergeren en verlagen van het zout leek astmatische symptomen te verminderen.

Maar dit bewijsmateriaal was blijkbaar vergeten... totdat het opnieuw werd opgepakt in de jaren '80 als mogelijke verklaring voor waarom westerse landen hogere astmacijfers kenden. Misschien was het het zout.

Ze maakten 'n grafiek van astma-kinderdood versus zoutaanschaf door 't gezin en het leek erop dat meer zout meer dood betekende. Maar dat 'n gezin meer zout koopt betekent niet noodzakelijkerwijs dat de kinderen meer zout eten. De manier waarop je erachter komt hoeveel zout iemand daadwerkelijk eet is je verzamelt hun urine over een periode van 24 uur en meet de hoeveelheid natrium. Want hoeveel zout we eten is vrij gelijk aan hoeveel zout we uitscheiden.

De manier waarop je test voor astma is 'n zogenaamde bronchiale uitdagingtest, waarin je zoekt naar een overdreven reactie op een inhalatie van een stofje. En er was inderdaad een sterke correlatie tussen hoe hun longen reageerden en hoeveel natrium ze innamen.

Maar kijk, er zijn allerlei additieven, zoals conserveringsmiddelen, die deze zogenaamde overgevoeligheidsreacties kunnen opwekken. En dus was een hoge inname van natrium misschien gewoon een indicator voor hoge inname van bewerkt voedsel. Misschien was het helemaal niet het zout. Of misschien waren het andere componenten van het dieet. Een reden kan bijvoorbeeld zijn dat natrium een isicofactor is voor een andere ontstekingsziekte, reumatoïde artritis, dat inname van natrium gewoon een indicator is van hogere vlees- en vis-inname of verminderde fruit- en groente-inname.

Wat we nodig hadden was een studie waarin astmapatiënten, de hoeveelheid zout in hun voeding veranderden en dan zien wat er gebeurt. En dat is wat er toen dus kwam. Neem 10 astmalijders, geef ze het dubbele van hun normale zoutinname en in 9 van de 10 gevallen verslechtert hun longgevoeligheid. Geen controle groep echter. Misschien zouden ze sowieso slechter geworden zijn?

Dat brengt ons naar de jaren '90: een gerandomiseerde dubbelblinde placebo-gecontroleerde studie. Zet iedereen op een zoutarm dieet, maar geef dan de helft van hen deze langdurige-afgifte-natriumpillen om hun zoutinname weer omhoog te brengen naar meer gebruikelijke hoeveelheden. De andere helft krijgt een placebo. Je probeert dat 5 weken, dan wissel je de pillen per groep voor nog eens 5 weken. Dat is hoe je mensen willekeurig op een cht zoutarm dieet kan zetten zonder dat ze het zelfs realiseren - geniaal!

Dus wat gebeurde er? Astmapatiënten op 't zout werden slechter. Hun longfunctie werd slechter, hun astmasymptomen erger en ze moesten meer puffjes nemen met hun inhalers. Dit is het vergelijken van astmapatiënten die ongeveer 3 theelepels zout per dag gebruiken met degenen die minder dan 1 consumeren; dus ze waren effectief in staat om hun inname van natrium te verlagen naar het equivalent van 2 theelepels zout.

Als je een meer pragmatische proef doet en de zoutinname slechts verlaagt met een halve theelepel per dag, werkt het niet. Maar zelfs als je in staat bent om je natriumpeil genoeg te verlagen voor een herapeutisch effect, is dit wel een aanvullende behandeling. Stop niet met uw astmamedicatie zonder goedkeuring van uw arts.

Amandelen voor Osteoporose/Botontkalking

Momenteel is er een schatting dat tien miljoen mensen lijden aan osteoporose, botontkalking, meer dan een miljoen breuken veroorzakend, waaronder honderdduizenden heupfracturen, een veel voorkomende reden dat mensen in verpleeghuizen belanden. Veel oudere vrouwen zeggen dat ze liever dood gaan dan dat ze hun heup breken en in een verpleeghuis belanden.

Bot is een dynamisch, levend orgaan dat voortdurend wordt ververst door een proces van remodellering en modellering met behulp van botafbraak door cellen die botweefsel eten, de zogenaamde osteoclasten en botformatie door cellen die bot maken, de zogenoemde osteoblasten.

Osteoporose wordt veroorzaakt door een onbalans tussen botverlies en botopbouw, meestal gerelateerd aan hormonale veranderingen die optreden tijdens de menopauze. Is er iets wat we kunnen doen om te helpen om de balans weer terug te krijgen in het voordeel van het bot?

Er zijn een aantal specifieke verbindingen in plantaardige voedingsmiddelen die er veelbelovend uitzien, maar die zijn gebaseerd op in vitro studies waar ze eigenlijk alleen wat plantaardige bestanddelen toevoegen aan botcellen in een petrischaal en ze zien dan een verhoging van het aantal botopbouw-cellen, of een daling van de botafbraak-cellen.

Maar het maakt niet uit hoeveel mensen er houden van cranberrysaus, want ze injecteren het niet in hun aderen. Willen fytonutriënten het bot kunnen bereiken, dan moeten ze eerst geabsorbeerd worden vanuit het maagdarmkanaal in onze bloedbaan en voorbij de lever zien te komen voordat het naar ons skelet gestuurd kan worden.

Dus wat leuk zou zijn, is een zogenaamde ex vivo-studie, waar je mensen een voedingsstof toedient-of niet-en vervolgens een paar uur later bloed bij ze afneemt en vervolgens hun bloed toevoegt aan botcellen en kijken of er een verschil is. Maar niets van dat is ooit geprobeerd... totdat deze studie werd gedaan.

Normaal gesproken ben ik niet onder de indruk van studies gefinancierd door productschappen die betalen voor studies zoals deze, die uitvond dat het eten van amandelen verbeterde fietsafstand en atletische prestaties gaf... ten opzichte van het eten van koekjes. Maar deze studie was nogal briljant, wat niet zo verrassend was, aangezien het werd uitgevoerd in het wereldberoemde lab van Dr. David Jenkins.

Er was een populatie-studie die suggereerde dat het eten van amandelen kon beschermen tegen osteoporose, dus wat ze hadden kunnen doen was amandelextract aan botcellen toevoegen, maar daarbij wordt niet het hele product getest. In plaats daarvan zou je botcellen kunnen behandelen met het bloed van donors die gevoed zijn met het hele product om zo de effecten van deze voedingsmiddelen direct te testen op cellulair niveau.

Dus, ze stelden humane osteoclasten, de botafbrekende cellen, bloot aan bloed dat vier uur vóór en vier uur ná het eten van een handvol amandelen werd afgenomen. Maar wacht eens even, voordat ik naar de resultaten ga kijken, als je elke dag een handvol amandelen zou eten, wordt je dan niet zwaarder? dat is bijna 200 calorieën! Laten we het uitzoeken.

Als je een handvol of anderhalve handvol toevoegt zoals 35 amandelen als een tussendoortje in aanvulling op de reguliere voeding van vrouwen als een tussendoortje, halverwege de ochtend, en je vertelde hen om zo veel te eten als ze willen bij de lunch en het avondeten die dag, dan eten mensen minder; in feite zo veel minder, dat de calorieën van de noten worden opgeheven.

Ze hadden allemaal hetzelfde ontbijt, dan nul, 173 of 259 calorieën in de vorm van amandelen als een tussendoortje. Vervolgens aten zoveel lunch als ze wilden, maar de noten bleken zo verzadigend te werken dat ze minder lunch of diner aten zodanig, dat aan het eind van de dag, er geen significant verschil was in de totale calorie-inname tussen elk van de drie groepen.

Een deel van de reden waarom mensen niet neigen aan te komen door het toevoegen van noten aan hun dieet, kan zijn omdat we eindigen met bijna een derde deel van de calorieën in het toilet, omdat we niet goed genoeg kauwen. Dit is de reden waarom wij denken dat er zo veel minder vet in onze bloedbaan zit na het eten van hele amandelen vergeleken met dezelfde hoeveelheid amandelolie uit de noten.

Maar goed, ze wilden zien of ze de activiteit van de cellen die onze botten eten kunnen onderdrukken. En zij vonden uit dat bloedserum verkregen na de consumptie van een amandelmaaltijd de vorming, functie en genexpressie van humane osteoclasten remt, wat het directe bewijs vormt voor het verband tussen regelmatige amandelconsumptie en een verlaagd risico op osteoporose.

Ze probeerde ook vóór en ná het eten van andere maaltijden, met rijst of aardappelen, om ervoor te zorgen dat er niet zomaar een effect was van het eten in het algemeen. En nee, het beschermende effect leek specifiek te gelden voor de amandelen.

Hoe Kun je de Onstekingen bij Veroudering Tegengaan?

Een van de meest bekende gevolgen van veroudering is een afname van het immuunsysteem, dat wordt geïllustreerd door de kwetsbaarheid om te sterven aan griep en een slechte reactie op vaccinaties.

Maar ongeveer 20 jaar geleden werd er een onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat de immuuncellen van 80-jarigen significant meer pro-inflammatoire signalen produceerde, wat het slechtste van twee werelden suggereert: een daling in het deel van het immuunsysteem dat specifieke infecties bestrijdt, maar daarentegen ook een verergering van niet-specifieke overreacties die kunnen leiden tot ontstekingen.

Dit is inmiddels geformaliseerd in een concept aangeduid als "Inflamm-ageing," een chronische lichte ontsteking die we nu kennen is een typisch voorbeeld van het ouder worden, die mogelijk verantwoordelijk is voor zowel de afname als het ontstaan van ziekten bij ouderen. Dus wat kunnen we eraan doen?

Inflamm-ageing (onsteking-veroudering) lijkt een belangrijk gevolg te zijn van ouder worden. Kan het worden voorkomen of worden genezen? De sleutel tot succesvol ouder worden en een lange levensduur kan de chronische ontsteking verminderen zonder afbreuk te doen aan een acute reactie wanneer men wordt blootgesteld aan ziekteverwekkers. Hoe gaan we dat doen? Voeding. Wat we eten is waarschijnlijk het meest krachtige en buigzame instrument dat we hebben om een chronische en systematische modulatie van het verouderingsproces te bereiken.

In de eerste systematische review van de associaties tussen voedingspatronen en biomarkers van ontstekingen die ooit werd gepubliceerd waren de voedingspatronen die geassocieerd werden met ontstekingen bijna allemaal gebaseerd op vlees of zogenaamde "westerse" voedingspatronen, terwijl de op groente en fruit gebaseerde, ofwel "gezonde" voedingspatronen vaak neigde naar een omgekeerd evenredig verband, ofwel meer op planten gebaseerd, minder ontstekingen.

De reden waarom vlees wordt geassocieerd met ontstekingen komt mogelijk door zowel de dierlijke eiwitten als de dierlijke vetten. De eerste interventionele studie evalueerde afzonderlijk de effecten van plantaardige en dierlijke eiwitten op de ontstekingsstatus gerelateerd aan obesitas en metabool syndroom als je probeert om gewicht te verliezen.

Wat ze vonden was dat een hogere inname aan dierlijk eiwit - met name vlees - geassocieerd wordt met hogere plasmaniveaus van inflammatoire markers in obese volwassenen. De reden dat obesitas geassocieerd wordt met een verhoogd risico op veel soorten kankers kan komen door de ontstekingen die worden geassocieerd met obesitas.

Obesitas-gedreven ontstekingen stimuleren mogelijk prostaglandine-gemedieerde oestrogeen biosynthese in borstweefsel. Dat betekent dat de ontsteking mogelijk het enzym activeert die het mogelijk maakt dat borsttumoren hun eigen oestrogeen aanmaken via deze ontstekingsbevorderende stof die prostaglandine wordt genoemd.

Als je het niveau van prostaglandines in de urine van vrouwen meet correleert het met het risico op borstkanker. En hoe krijg je hoge niveaus aan deze ontstekingsbevorderende verbinding? Roken, een dieet hoog aan verzadigde vetten, en obesitas. Waarom leidt het eten van verzadigde vetten tot prostaglandine productie?

Omdat prostaglandinen gemaakt worden uit arachidonzuur, en arachidonzuur is een belangrijk ingrediënt in dierlijke vetten. Dierlijke vetten bevatten arachidonzuur; arachidonzuur is hetgeen waarmee ons lichaam ontstekingsbevorderende verbindingen produceert zoals prostaglandines, en ze kunnen vervolgens borstkankergroei stimuleren, en spelen mogelijk ook een rol bij dikke darmkanker, longkanker, alsook hoofd- en halskanker, terwijl geheel plantaardig voedsel ontstekingsremmende effecten heeft, hoewel sommige planten beter zijn dan anderen.

De mensen die vijf stuks per dag aan vruchten en groenten moesten eten die rijk waren aan antioxidanten, zoals bessen en bladgroente, hadden een significant betere impact op het verminderen van systematische ontstekingen en het disfunctioneren van de lever, vergeleken met vijf stuks per dag aan de meest voorkomende fruitsoorten en groente die weinig antioxidanten bevatten, zoals bananen en sla.

Is Aspartaam Kankerverwekkend?

De goedkeuring van aspartaam was destijds omstreden. De hoofdinspecteur van de FDA concludeerde dat het redelijk was om aan te nemen dat het gebruik van aspartaam voor mensen geen risico geeft op hersenletsel gevolgd door verminderde hersenfunctie, hormonale stoornissen, of allebei; en dat het geen hersentumoren veroorzaakt.

De openbare onderzoeksraad van de FDA zelf echter trok zijn goedkeuring in vanwege zorgen wat kanker betreft. Bovendien adviseerden diverse wetenschappers van de FDA geen goedkeuring te verlenen, waarbij ze verwezen naar testen over hersentumoren van de fabrikant zelf.

De hoofdinspecteur verleende desondanks goedkeuring voor aspartaam, vlak voordat hij wegging bij de FDA en voor 1000 dollar per dag adviseur werd bij het reclamebureau dat voor de fabrikant van aspartaam werkte. Vervolgens verhinderde de FDA dat het Nationale Toxicologieprogramma (NTP) nog verdere kankertesten uitvoerde, dus bleven we zitten met mensen die ruzieden over diverse studies met knaagdieren. Uit sommige studies bleek een verhoogd risico op kanker, uit andere niet.

Dat doet me denken aan het hele verhaal rond saccharine, dat bij ratten tot blaaskanker leidde, maar bij muizen niet, wat ons liet zitten met onbeantwoorde vragen, zoals: "Lijken wij nou meer op ratten of op muizen?" Uiteraard had aspartaam voor mensen getest moeten worden, maar de langste studie naar de veiligheid voor mensen duurde maar 18 weken. Er waren betere gegevens over gebruik door mensen nodig.

Uit de grootste studie met ratten kwamen lymfomen en leukemie naar voren, dus keek de NIH-AARP-studie naar de diagnoses van bloedkanker... en een hogere inname van aspartaam werd niet in verband gebracht met een risico op kanker.

Het is een omvangrijke studie, maar er was veel kritiek op, omdat alleen een relatief korte blootstelling werd beoordeeld – mensen werden slechts vijf jaar gevolgd. Hé, nog altijd beter dan 18 weken. Maar waarom geen 18 jaar?

Vervolgens werden alle ogen gericht op Harvard, waar ze al begonnen met het opvolgen van de gezondheid en de voeding van medische professionals zelfs voordat aspartaam maar in de handel kwam.

In de meest omvangrijke langdurige populatiestudie om het verband te beoordelen tussen aspartaam en het risico op kanker bij de mens, werd inderdaad een verband gevonden tussen zowel light frisdrank als de totale inname van aspartaam en risico's op non-Hodgkin-lymfoom en multipel myeloom bij mannen en leukemie bij mannen én vrouwen.

OK, maar waarom meer kanker bij mannen dan vrouwen? Een soortgelijk resultaat werd gevonden voor pancreaskanker en light frisdrank. Niet soda in het algemeen, de enige suiker die een verhoogd risico op pancreaskanker opleverde, was melksuiker, lactose. Het lag aan de light frisdrank. Dus het verschil tussen de mannen en de vrouwen kon gewoon een statistische toevalstreffer zijn geweest, maar ze besloten om nog iets dieper graven.

Aspartaam wordt afgebroken tot methanol, en methanol wordt omgezet in formaldehyde, een bewezen kankerverwekker bij mensen, door dit enzym hier, alcoholdehydrogenase. Het enzym dat gewone alcohol ontgift is gelijk aan het enzym dat methanol in formaldehyde omzet. Zou het kunnen dat mannen gewoon meer hebben van dit enzym dan vrouwen? Ja, daarom hebben vrouwen hogere waarden alcohol in hun bloed terwijl ze dezelfde hoeveelheid alcohol drinken.

Als je kijkt naar levermonsters van mannen en vrouwen, is de activiteit van de enzymen beduidend groter bij de mannen. Dat kan een verklaring zijn voor het verhoogde kankerrisico bij mannen – de hogere omzettingsgraad van aspartaam naar formaldehyde. Maar hoe kunnen we dat testen?

Ethanol –gewone alcohol– concurreert met methanol om de aandacht van hetzelfde enzym. In feite wordt gewone alcohol gebruikt als tegengif bij methanolvergiftiging. Dus mannen die niet drinken kunnen een hogere omzetting van formaldehyde naar aspartaam hebben, als deze theorie over formaldehyde klopt. En inderdaad, in lijn met deze redenering, waren het de mannen die de minste alcohol dronken, die het grootste risico op kanker door aspartaam bleken te hebben.

Inmiddels is er een derde cohortstudie gepubliceerd, waaruit geen hoger risico op lymfoom naar voren kwam in verband met light frisdrank gedurende een periode van 10 jaar waarin mensen gevolgd werden. Er werd dus geen risico aangetroffen in de studie van 18 weken, de studie van 5 jaar noch de studie van 10 jaar, alleen in de studie van 18 jaar.

Wat kunnen we hieruit opmaken? Sommigen hebben gezegd dat aspartaam opnieuw beoordeeld moet worden. Het is nu veel te laat om het nog te laten tegenhouden, met een productie van 34 miljoen pond per jaar van het spul, maar dat betekent niet dat we het moeten eten, en dat geldt wellicht vooral voor zwangere vrouwen en kinderen.

Verstopt Kokosolie de Slagaders?

Zelfs als er geen wetenschappalijk bewijs is, waarom zou je niet tenminste proberen om Alzheimer te behandelen met kokosolie?

Nou, in tegenstelling tot andere natuurlijke remedieën zoals saffraan, dat in staat was om beter te presteren dan het placebo en ook net zo goed leek te werken als het beste medicijn zonder de bijwerkingen, is kokosolie een van de zeldzame plantaardige bronnen van verzadigd vet, dat normaal alleen te vinden is in dieren, en dat de neiging heeft om LDL of slecht cholesterol te verhogen, de belangrijkste risicofactor voor onze nummer één doodsoorzaak: hartziekte.

Dus, ik bedoel, je wilt gedurende een paar dagen kokosolie geven aan iemand die de ziekte van Alzheimer heeft om te kijken of het een verschil uitmaakt? Prima! God, ik zou bijna alles proberen. Maar als je zoals verwacht geen verbetering ziet, zou ik aarzelen om het iemand op de lange termijn voor te schrijven.

Degenen die kokosolie verkopen zeggen dat je je geen zorgen hoeft te maken omdat kokosolie een verzadigd vet bevat dat geen cholesterol verhoogd. Je hoort hetzelfde van de vleesmensen.

De 'National Cattlemen's Beef Association' heeft het constant over hoe rundvlees verzadigd vet genaamd stearinezuur bevat, in tegenstelling tot die kwaadaardige verzadigde vetten, (palmitine, myristine en laurinezuren) die wel het cholesterolgehalte in het bloed verhogen, is van stearinezuur aangetoond dat het een neutraal effect heeft op het cholesterolgehalte in het bloed.

Nou, dat klopt ook, en rundvlees bevat inderdaad stearinezuur, maar raad eens wat er nog meer in zit? Het heeft twee keer zoveel palmitine en myristine zuren, waarvan ze dus hebben toegegeven dat dat het cholesterol verhoogd.

Het is net alsof Coca Cola zegt dat ze met zekerheid weten dat je niet aankomt door frisdrank doordat cola water bevat, en water heeft een neutraal effect heeft op gewichtstoename. Dat klopt, maar dat is niet het enige dat erin zit.

En hetzelfde geldt voor rundvlees, en hetzelfde met kokosolie. Jaren geleden heb ik dit onderzoek geprofileerd die had aangemerkt dat het cholesterolgehalte een stuk lager was bij een dieet met kokosolie, maar alleen in vergelijking met een boterdieet.

Je weet dat je een probleem hebt als de vergelijking met boter-rijke diëten de enige manier is om je product in een goed daglicht te zetten. Ja, het zorgde ervoor dat het slechte cholesterol omhoog ging, maar niet zo veel als bij boter, maar hoeveel zegt dat nou echt?

Dat was het qua wetenschap in de afgelopen tien jaar, maar vier nieuwe onderzoeken zijn recentelijk gepubliceerd: één bevolkingsonderzoek en drie klinische onderzoeken. Het bevolkingsonderzoek was gericht op Filipijnse vrouwen, en hoewel degenen die het meeste kokosolie aten ook het slechtste cholesterol hadden, hadden degenen die het meeste kokosolie aten ook meer overgewicht, wat alleen al je cholesterol kan verhogen.

Toen het feit dat de kokosolie-eters meer calorieën aten en meer overgewicht hadden, toen dat soortvan weggelaten werd, verloor de verhoging van cholesterol haar statistische significantie. Om daadwerkelijke factoren te controleren moet je het op de proef stellen.

De eerste klinische proef betrof twee eetlepels kokosolie per dag gedurende drie maanden. Het slechte cholesterol ging een beetje omhoog, maar niet aanzienlijk. Gedurende deze periode werd iedere persoon gedwongen om af te vallen door een caloriebeperkt dieet te volgen. Wanneer je afvalt, zou het LDL cholesterol op natuurlijke wijze moeten dalen. Het feit dat dat niet gebeurde, suggereert een nadelig effect van de kokosolie.

Het meest bemoedigende onderzoek was deze: een open-label (niet dubbelblind, geen controlegroep) pilot-onderzoek waarbij twee eetlepels kokosolie per dag gedurende een maand werd toegevoegd aan het normale dieet, verhoogde het cholesterol niet. Wanneer het getest werd in een beter ontworpen onderzoek (gerandomiseerd, cross-over onderzoek), verhoogde kokosolie het slechte cholesterol aanzienlijk.

Vandaar de aanbeveling van Walt Willett van Harvard, "Als je het gaat gebruiken, gebruik het spaarzaam." Kijk, als je zo gezond eet dat je LDL-cholesterol lager is dan 60 of 70, dan is het misschien geen probleem.

In tegenstelling tot verzadigde dierlijke vetten, veroorzaakt kokosolie niet die piek in ontstekingen onmiddellijk na het eten van dierlijke voeding, wat logisch is omdat, zoals je je zult herinneren, de dode bacteriële endotoxinen in dierlijke producten die door verzadigd vet in het lichaam worden meegevoerd, schuldig kunnen zijn.

In dit onderzoek, om een voorbeeld te noemen, werden de effecten van chocoladetaart gemaakt van kokosolie vlaszaadolie of levertraan vergeleken op de effecten op inflammatoire markers. Er was niet veel verandering in de inflammatoire genexpressie bij de kokos- of vlasolie koekjes, maar de levertraan koekjes leken inderdaad slechter te zijn.

Kan Groene Thee Helpen bij de Behandeling van Kanker?

Het drinken van thee kan het risico op mondkanker verminderen. Het drinken van thee kan niet alleen het aantal antioxidanten in ons bloed stimuleren, binnen enkele minuten na consumptie, en de schade aan DNA door vrije radicalen verminderen die in ons lichaam optreedt na verloop van tijd, maar het kan ook de werking van de antioxidanten in ons speeksel vergroten, bij rokers de DNA-schade verminderen in de cellen aan de binnenkant van de wang, maar niet zoveel als helemaal stoppen met roken. Kan dit voorkomen dat gezwellen in de mond die nog geen kanker zijn veranderen in kankertumoren in de mond?

Elk jaar krijgen wereldwijd meer dan 100.000 mensen mondkanker, en de kans op overleving na 5 jaar is minder dan de helft. Mondkanker ontstaat vaak uit laesies die nog geen kanker zijn, met elk een kans van een paar procent om in kanker te veranderen, dat is dus een perfecte kans om te zien of groene thee kan helpen.

59 patiënten met mondzweren die nog geen kanker waren werden opgedeeld in een thee-groep, die capsules met poeder van groene thee kreeg, en de zweren werden aangestipt met poeder van groene thee, versus een controlegroep die eigenlijk suikerpillen kreeg, en niet aangestipt werd.

Binnen 6 maanden waren de zweren bij 11 van de 29 in de theegroep geslonken, vergeleken met maar 3 van de 30 in de placebogroep. De resultaten wijzen erop dat een behandeling met thee tot verbetering leidt van de klinische uitingen van laesies in de mond. De belangrijkste vraag is echter: "Kon hiermee voorkomen worden dat ze in kanker veranderden?"

De proef duurde maar enkele maanden, dus dat konden ze niet zeggen, maar toen ze wat cellen van de zweren afschraapten, waren er beduidend minder cellen met DNA-schade in de behandelde groep na 3 maanden, wat erop wijst dat het de goede kant op ging. Idealiter zouden we een langere studie doen om te kijken of ze uiteindelijk minder kanker kregen, en nu we toch bezig zijn, waarom geen studie waarbij de thee gewoon wordt doorgeslikt, aangezien de meeste mensen hun thee niet in hun mond smeren.

Zo'n studie hadden we niet, totdat... we er wel eentje hadden.

Dezelfde buitengewone klinische resultaten, waarbij sommige zweren krompen, en de studie duurde lang genoeg om te kunnen bekijken of er minder mensen daadwerkelijk kanker kregen, maar er waren net zoveel nieuwe kankergevallen in de groep met groene thee als in de placebogroep.

De behandeling sloeg vaker aan – d.w.z. de zweren zagen er beter uit, maar geen verbetering als het gaat om een kankervrije overleving, waarom het uiteindelijk gaat. Deze studies werden meestal uitgevoerd met rokers en ex-rokers. Hoe zit het met longkanker?

Uit studies met mensen lijkt het erop dat thee beschermend kan werken, maar laten we dat eens testen. Zeventien patiënten met gevorderde longkanker kregen het equivalent van zoiets als 30 koppen groene thee per dag, maar er kon niet objectief worden vastgesteld of het aansloeg.

In een studie met 49 kankerpatiënten, waarvan 21 longkanker hadden, werd het equivalent van 4 tot 25 koppen groene thee per dag gegeven, en ook hier hielp het niet. De enige baat die longkankerpatiënten misschien kunnen hebben bij groene thee is dat het kan helpen om brandwonden van bestralingen te verzachten, op de huid aangebracht als kompressen van groene thee, kunnen de brandwonden wellicht sneller helen.

Het beschermende effect van plaatselijk aangebrachte groene thee werd eveneens waargenomen bij voorstadia van baarmoederhalskanker, waarbij tweemaal daags rechtstreeks aangebrachte zalf van groene thee een gunstige uitwerking had bij zo'n drie kwart van de patiënten vergeleken met slechts zo'n 10% bij de onbehandelde controlegroep, wat overeenkomt met de kankerbestrijdende werking van groene thee op cellen van baarmoederhalskanker in een petrischaaltje, maar toen de vrouwen enkel pillen met extract van groene thee kregen, leken de pillen niet te helpen.

Ik sprak al over mogelijke baten van wikkelingen met groene thee bij huidkanker, maar zijn er nog meer soorten kanker waar groene thee direct in contact komt? Ja, bij darmkanker, dat uit de binnenste bekleding van de darm groeit die in contact komt met voedsel en drank. In de dikke darm worden stoffen uit thee gefermenteerd door goede darmbacteriën in verbindingen zoals 3,4DHPA, dat darmkankercellen lijkt uit te roeien maar in een reageerbuis normale darmcellen relatief ongemoeid laat.

Dus werden 136 patiënten met eerdere poliepen willekeurig ingedeeld en kregen al dan niet pillen met extract van groene thee. Nu betrof het hier een studie in Japan, waar iedereen al groene thee drinkt. In feite werd hierbij 3 koppen thee per dag vergeleken met 4 koppen per dag, maar een jaar later bij de colonscopie was bij de groep met extra groene thee de helft minder van de poliepen teruggekeerd, en de poliepen die groeiden waren 25% kleiner. Dat is behoorlijk spannend!

Waarom is er sindsdien geen grotere vervolgstudie gedaan? Misschien lag het eraan dat het lastig was die studie gefinancierd te krijgen, omdat groene thee een goedkope drank is en geen geneesmiddel.

Maar er is goed nieuws: dankzij een groot kankerfonds in Duitsland zijn wetenschappers nu bezig met het grootste onderzoek over groene thee ooit, waarbij meer dan 2000 kankerpatiënten worden gerandomiseerd. Als de resultaten binnen zijn, zal ik ze graag presenteren.

Kan Lactose het Verband Tussen Melk en de Ziekte van Parkinson Verklaren?

De ziekte van Parkinson is de tweede meest voorkomende neuro-degeneratieve ziekte na Alzheimer. In de VS worden ongeveer 60.000 nieuwe gevallen gediagnosticeerd elk jaar, waardoor het totale aantal huidige gevallen tot ongeveer een miljoen oploopt, met tienduizenden die er aan sterven, elk jaar.

De voedingskundige component die het vaakst betrokken is, is melk, waarbij verontreiniging van de melk door neurotoxines werd beschouwd als de enige mogelijke verklaring. Hoge niveaus van residuen van het bestrijdingsmiddel organochlorine werden gevonden in melk, en in de meest getroffen gebieden in de hersenen van slachtoffers van de ziekte van Parkinson, tijdens autopsie.

Omdat er overal in de melk pesticiden zijn gevonden, moet de zuivelindustrie misschien verplicht worden om op de aanwezigheid van toxines in melk te testen. En er zijn nu inderdaad goedkope, gevoelige, draagbare testen beschikbaar. Geen vals positieven; geen vals negatieven, het verstrekken van snelle detectie van zeer giftige bestrijdingsmiddelen in melk. Nu hoeven we alleen maar de zuivelindustrie te overtuigen om dit daadwerkelijk te doen.

Anderen zijn echter niet zo overtuigd van het pesticide verband. Ondanks duidelijke associaties tussen inname van melk en de incidentie van de ziekte van Parkinson, is er geen rationele verklaring voor het feit dat melk een risicofactor is voor de ziekte van Parkinson.

Als het de pesticiden in de melk zouden zijn, die in de hersenen konden ophopen, dan konden we aannemen dat de pesticiden in het vet zouden ophopen, en het verband tussen magere melk en Parkinson is net zo sterk.

Dus suggereren ze een omgekeerd verband- de melk veroorzaakte geen Parkinson, Parkinson veroorzaakte de melk. Parkinson maakt sommige mensen depressief, redeneerden ze, en depressieve mensen zouden meer melk kunnen drinken. Dus moeten we zuivelopname voor Parkinson-patienten niet beperken vooral omdat ze zo gevoelig zijn voor heupfracturen, maar nu weten we dat melk niet schijnt te beschermen tegen heupfracturen, en zelfs het risico kan vergroten van zowel botbreuken als de dood - maar ironisch genoeg een aanwijzing kan bieden over wat er gaande is met Parkinson.

Maar eerst dit omgekeerde oorzakelijkheid argument. Heeft melk tot Parkinson geleid of heeft Parkinson tot melk geleid? Wat men nodig heeft zijn prospectieve cohortstudies waar je eerst de melkconsumptie meet en dan de mensen volgt in de toekomst, en zulke studies vonden een aanzienlijk verhoogd risico in verband met zuivel inname. Het risico neemt toe met 17% voor elk klein glas melk per dag en met 13% voor elk half plakje kaas per dag.

Nogmaals, de standaard verklaring is dat het van de pesticiden en andere neurotoxische stoffen in zuivelproducten komt, maar dat verklaart niet waarom er meer risico is verbonden aan sommige zuivelproducten dan aan anderen. Residuen van bestrijdingsmiddelen zijn gevonden in alle zuivelproducten dus waarom zou melk meer geassocieerd worden met Parkinson dan kaas?

Nou, er zijn andere neurotoxische verontreinigingen in melk naast de pesticiden zelf, zoals tetrahydroisochinolinen, gevonden in de hersenen van slachtoffers van de ziekte van Parkinson, maar in hogere niveaus in kaas dan in melk, alhoewel mensen meer melk kunnen drinken dan ze kaas eten.

De relatie tussen zuivel en Huntington lijkt vergelijkbaar. De ziekte van Huntington is een vreselijke degeneratieve ziekte van de hersenen die in families voorkomt, waarvan het vroege begin kan worden verdubbeld door zuivelconsumptie, maar ook hier kan dit meer melk-consumptie zijn dan consumptie van kaas. Dat brengt ons terug naar de aanwijzing in de meer-melk-meer-sterfte studie.

Iedere keer als je hoort dat de ziekte- risico's meer samenhangen met melk dan kaas- meer oxidatieve stress, onsteking- dan moeten we denken aan galactose, de melksuiker in plaats van melkvet, eiwit of pesticiden. Dat is waarom wij denken dat melk drinkers in het bijzonder hogere risico's op botbreuken en de dood leken te hebben, en het kan ook de neurodegeneratieve bevindingen verklaren, aangezien zeldzame individuen. met een onvermogen om galactose, dat wordt aangetroffen in melk, te ontgiften, niet alleen schade lijden aan hun botten, maar ook aan hun hersenen.