Paleo poep: Wat wij van fossiele uitwerpselen kunnen leren

Paleo poep: Wat wij van fossiele uitwerpselen kunnen leren

In de Verenigde Staten hebben we de neiging minder dan 20 gram aan vezels per dag binnen te krijgen, dat is slechts ongeveer de helft van de minimale aanbevolen inname.

Maar binnen populaties waar veel van onze dodelijkste ziekten vrijwel niet voorkomen - op het platteland van China en Afrika - eten ze enorme hoeveelheden van geheel plantaardig voedsel, tot 100 gram aan vezels per dag of meer, dat is wat onze paleolithische voorouders naar schatting binnenkregen gebaseerd op voedingskundige analyses van de hedendaagse primitieve jager-verzamelaars stammen, en door het analyseren van coprolieten, menselijke versteende uitwerpselen.

Met andere woorden, paleo-poep.

Deze meest intieme oude menselijke artefacten werden vaak genegeerd of weggegooid tijdens vele eerdere archeologische opgravingen, maar zorgvuldige studies naar de materialmen uit menselijke paleo poep zegt veel over wat de oude menselijke voedingsgewoonten waren.

De ongelooflijke hoge gehalten aan vezels - onverteerde plantenresten - wijst er sterk op dat voor meer dan 99% van ons bestaan ​​als een aparte soort, ons maagdarmkanaal is blootgesteld aan de selectiedruk die werd uitgeoefend door een vezelrijk dieet bestaande uit geheel plantaardig voedsel.

Dus voor miljoenen jaren, voor de eerste stenen werktuigen en bewijzen van slachten, waren onze voorouders planteneters.

Maar wat voor planten?

Een manier om te kunnen zien of dieren van nature folivoren of frugivoren zijn, ofwel bladeters of fruiteters, is door het gebied van de absorberende mucosa in onze darmen in kaart te brengen versus hun functionele lichaamsgrootte.

Folivores zijn diegenen die het best zijn aangepast om voornamelijk bladgroente te eten, terwijl frugivoren beter zijn aangepast om fruit te eten.

De faunivoren eten de fauna, een andere naam voor carnivoor.

Als je dieren op deze manier in kaart brengt vallen ze langs verschillende lijnen.

Dus waar belanden de mensen?

Hier is onze functionele lichaamsgrootte, en hier is ons absorberende gebied.

Dus hoewel het eten van onze bladgroente belangrijk is, lijkt de status van het natuurlijke dieet van de menselijke soort in de eerste plaats op die van een vruchteneter.

Waarom maakt het uit hoeveel vezels we ooit hebben gegeten?

Nou, een theorie voor de stijgende aantallen van obesitas in de westerse bevolking stelt dat de mechanismen van het lichaam voor het regelen van de eetlust zodanig geëvolueerd zijn dat het zich heeft aangepast op de hoeveelheid planten die we aten.

Onze voorouders aten zoveel plantaardige voedingsmiddelen dat we 100 gram vezels per dag binnenkregen, dus voor miljoenen jaren stond voedsel gelijk aan vezels.

Dus het is geen verrassing dat een van de fysiologische mechanismen die in ons lichaam is geëvolueerd om onze eetlust te onderdrukken te maken heeft met vezels.

Vezels worden bijvoorbeeld gemetaboliseerd door onze darmflora tot korte-keten vetzuren, die binden aan en activeren receptoren op het oppervlak van onze cellen die onze stofwisseling verandert, en bijvoorbeeld receptoren op vetcellen activeert om de expressie van het gewichtsbesparende hormoon, leptine, te verhogen.

Andere hormonen worden ook beïnvloed.

Omdat tot voor kort voedsel gelijk stond aan vezels, een toename van voedselinname betekende een toename van vezelinname, waardoor onze darmbacteriën zo blij werden dat ze veel korte keten vetzuren maakten, en daarbij de cel-oppervlak receptoren activeerde, waardoor bepaalde hormonen vrijkwamen die ervoor zorgde dat we onze eetlust verloren en ons hongergevoel zodanig reguleerde dat we minder aten.

Maar als we minder eten, zijn er minder vezels in onze darmen en komen er dus minder van deze hormonen vrij, waardoor onze eetlust wordt gestimuleerd:

We krijgen honger en we willen eten.

Maar wat als het voedsel niet gelijk staat aan vezels, zoals bij het standaard Amerikaanse dieet?

Dan blijven we die signalen krijgen om te eten, eten, eten.

We hebben altijd honger.

Als we niet onze 100 gram aan vezels voor de dag hebben gegeten kan ons lichaam denken dat we verhongeren.

De ontdekking van dit mechanisme maakt de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie erg opgewonden.

Ze denken dat ze nu kunnen komen met de nieuwste geneesmiddelen voor de strijd tegen het huidige obesitas offensief.

Of we kunnen gewoon eten zoals de natuur het bedoeld heeft.