Darmflora - zoek je geluk met volkoren granen

Darmflora - zoek je geluk met volkoren granen

Ja, we leven in een omgeving die obesitas veroorzaakt, overal goedkope junk food, mede dankzij subsidies naar de voedselindustrie, die verslavende voedingsmiddelen produceren die ons dik maken.

Hierdoor is het moeilijk om zwaarlijvigheid te vermijden, maar, kijk, veel mensen lukt het.

Als het alleen aan de externe omgeving lag, waarom is dan niet iedereen zwaarlijvig?

Sommige mensen lijken gevoeliger te zijn dan anderen.

Dit suggereert een genetische factor, ondersteund door studies van tweelingen en geadopteerde kinderen, maar de geïdentificeerde genen verklaren enkel 6 tot 11% van de variatie in body mass index (BMI) tussen individuen.

Dus misschien kan de variatie in ons "andere genoom" een rol spelen, die van alle verschillende microben in ons lichaam.

In ons lichaam zijn er 100 keer meer bacteriële genen dan menselijke genen.

Deze studie observeert twee categorieën mensen:

zij die veel verschillende soorten bacteriën in de darm hebben, dus met een veelheid aan hoge darmbacteriën, en zij met relatief weinig soorten.

En mensen met weinig soorten bacteriën hebben meer lichaamsvet, alsook insulineresistentie (de oorzaak van type 2 diabetes), veel triglyceriden, en meer ontstekingsmarkers, zoals C-reactief proteïne, in vergelijking met wie veel soorten bacteriën heeft.

En niet alleen zijn mensen met weinig soorten bacteriën dikker maar hun gewicht nam ook sneller toe in de loop der tijd.

Nu stelt zich de vraag of een voedingsinterventie invloed kan hebben?

Ze probeerden een caloriebeperkend dieet, dat per definitie niet erg duurzaam is, maar wat we wel kunnen doen is onze inname van fruit en groente verhogen, voeding geassocieerd met een hoge bacteriële rijkdom.

Een aantal studies associeerden een toegenomen microbiële rijkdom met een dieet met veel fruit, groenten en vezels.

Nu, het geven van vezelsupplementen op zich lijkt geen bacteriële rijkdom te stimuleren, maar de complexe samenstelling van volwaardig voedsel, zoals volkoren granen, kunnen meer bacteriële soorten ondersteunen aldus leidend tot een grotere diversiteit.

Maar menselijke studies naar de effecten van volle granen werd niet uitgevoerd ... tot nu.

Mensen kregen volkoren gerst, bruine rijst, of beiden, een maand lang, en ze veroorzaakten effectief een toename in bacteriële diversiteit.

Daarom lijkt een verscheidenheid aan substraten nodig voor meer bacteriële diversiteit, en dit kan worden bereikt door het eten van volwaardige plantaardige voeding.

En de verandering van de darmflora viel samen met een afname van systemische ontstekingen in het lichaam.

Kijk, we dachten dat vezels in volle granen ons hielpen door het opzwellen in onze dunne darm vanuit de maag, waardoor de snelheid waarmee suikers werden geabsorbeerd werd vertraagd, met als gevolg een afvlakking van de bloedsuikerpiek die je anders zou krijgen bij geraffineerde koolhydraten.

Maar nu weten we dat vezels worden afgebroken in onze dikke darm door onze goede darmflora, waarbij allerlei heilzame stoffen vrijkomen in onze bloedbaan die ook ontstekingsremmende effecten hebben.

Dus misschien kan dit helpen verklaren waarom volkoren granen beschermend werken tegen type 2 diabetes.

En interessant genoeg, blijk de combinatie van gerst en bruine rijst beter te werken dan apart, hetgeen duidt op een synergetisch effect.

Dit kan het verschil helpen verklaren tussen de gezondheidseffecten van volle granen verkregen in observationele versus interventionele studies.

Observationele studies suggereren sterk dat wie 3 porties volle granen per dag eet een ​​lagere body mass index heeft, alsook minder buikvet, minder gewichtstoename, maar recente klinische studies, waar je mensen willekeurig witte broodjes versus volkoren broodjes laat eten, slaagden er niet in een gunstig effect op lichaamsgewicht aan te tonen.

Natuurlijk, hebben volle granen een betere voedingswaarde, dus moeten dit zeker worden aangeraden.

Maar misschien hebben de interventionele studies geen voordelen op vlak van gewicht kunnen aantonen omdat ze gericht zijn op een beperkte selectie van volle granen, terwijl in de observationele studies mensen waarschijnlijk een grote verscheidenheid aan volle granen consumeren die synergetische activiteiten zouden kunnen hebben.