Beïnvloedt wifi-straling de werking van de hersenen?

Beïnvloedt wifi-straling de werking van de hersenen?

Ik heb het al gehad over de invloed van mobiele telefoons op de hersenfunctie en het effect van mobiele telefoons en wifi op de vruchtbaarheid van mannen, maar hoe zit het met de effecten van wifi op de werking van de hersenen?

De mogelijkheid van cognitieve effecten van dit soort radiofrequentie-krachten is een van de meer omstreden discussies in de eeuwig omstreden kwestie welke gevolgen blootstelling voor de gezondheid zou kunnen hebben.

Van wifi wordt gezegd dat het een ongecontroleerd wereldwijd experiment is met de gezondheid van de mensheid.

De effecten van radiofrequentie-velden werden weer belangrijk toen de Wereldgezondheidsorganisatie officieel verklaarde dat telefoonstraling mogelijk kankerverwekkend voor mensen is gezien de risico's op hersentumoren.

Maar hun besluit is niet direct van belang voor de mogelijke effecten van wifi op de gezondheid, aangezien de soorten blootstelling zo verschillend zijn.

We nemen wel 100 keer minder straling op bij een gemiddelde blootstelling aan wifi, in vergelijking met mobiele telefoons, maar je weet niet of er gevolgen zijn totdat je het op de proef hebt gesteld.

Kan wifi de werking van de hersenen beïnvloeden?

Tot nu toe zijn meer dan 100 studies gepubliceerd over de effecten van dit soort uitstralingen op hersengolfpatronen bij mensen, gemeten via EEG's.

De resultaten zijn divers, maar een redelijk vaste bevinding is dat zelfs een kortdurende blootstelling op het hoofd kan leiden tot kleine maar statistisch significante veranderingen in het EEG bij rustende en slapende personen.

De meeste gezondheidsinstanties erkennen dat dit effect er is, maar de vraag is, wat doe je met die informatie?

Zo concludeerde een beoordeling door de Europese Commissie dat de relevantie van dergelijke kleine veranderingen onduidelijk blijft en dat we zelfs niet weten hoe dat überhaupt plaatsvindt.

Sommigen denken dat het inherent is aan de test, en dat de EEG-draadjes wellicht fungeren als antennes die de golven direct naar de hersenen leiden, waardoor die bijdragen aan de veranderingen waarnaar de metingen op zoek zijn.

Hoe dan ook, je ziet met wifi niet het soort neuro-cognitieve effecten die je met mobiele telefoons ziet.

Zo werden er geen meetbare effecten gevonden wat betreft reactietijd of aandachtsspanne.

Nu was dit een test met wifi van 2,4 gigahertz, maar als er al iets is, verwachten we een nog lager niveau van blootstelling met de nieuwe wifi van 5 gigahertz, want die dringt minder diep door.

Preciezer gezegd, een persoon die urenlang per dag geplakt zit aan een mobieltje of tablet kan heel goed last krijgen van allerlei neuro-cognitieve effecten, maar dan door het gebruik van die technologie, niet door de straling.

Het is interessant dat er veel literatuur is over de gezondheidsgevolgen van die nieuwe technologieën op jonge mensen, maar dat gaat over de inhoud.

Zo is er nooit eerder zoveel seksueel expliciet materiaal zonder onderscheid beschikbaar geweest voor de jeugd, en we moeten onszelf als maatschappij afvragen wat daarvan de gevolgen kunnen zijn.

Meisjes en jongens krijgen een enorme hoeveelheid aan digitale media te zien op smartphones, waardoor de toegang tot pornografisch materiaal heel gemakkelijk, goedkoop en anoniem is.

Het is niet langer beperkt tot thuis en de slaapkamer; jongeren kunnen nu pornografie kijken op school en in openbare ruimtes, met één druk op de knop, en wetenschappers staan pas aan het begin met uitzoeken welke gevolgen dit heeft op de houding en het gedrag van jongeren.

Tegenwoordig vertellen de meeste studenten dat ze online pornografie hebben gezien toen ze minderjarig waren, voor hun achttiende.

Van de 1500 ondervraagde scholieren op de middelbare school geeft de overgrote meerderheid toe dat ze op internet naar porno kijken, waarvan bijna een op de drie langer dan een uur per keer.

Wat wordt daarmee geleerd aan onze toekomstige generatie mannen?

Wetenschappers zetten zich aan het coderen van de inhoud van 400 video's op reguliere pornosites op internet, en meer dan een derde van de video's bevatte daden van fysiek geweld tegen vrouwen, zoals knevelen of verstikken.

Ja, maar leidt kijken naar zulk materiaal tot seksueel agressief gedrag?

Vijftienhonderd 10- tot 15-jarigen werden jarenlang opgevolgd om te kijken of er een link was tussen bewuste blootstelling aan zulk materiaal en later seksueel agressief gedrag zoals aanranding. Ontdekt werd dat blootstelling aan gewelddadige porno een zes keer zo grote toename voorspelde van de kans op door mensen zelf gemelde seksuele agressie.

De vraag is uiteraard: wat was er het eerst?

De grote moeilijkheid bij het duiden van dit soort onderzoek is dat tieners die vatbaar zijn voor zulk gedrag uiteraard degenen zijn die zich mogelijk sowieso al aangetrokken voelen tot zulk materiaal, dus is niet vast te stellen wat de koppeling is tussen oorzaak en gevolg.

Als ouders kunnen we alleen maar onze kinderen goed in de gaten houden naar ons beste vermogen.