Het SARS-coronavirus en de natte markten

Het SARS-coronavirus en de natte markten

SARS was de eerste wereldwijde uitbraak van een nieuwe ziekte in de 21ste eeuw, wat leidde tot zo'n 8000 besmettingen en 800 doden.

Veel van de eerste SARS-gevallen konden worden herleid tot dezelfde soort plek als waar veel van de eerste gevallen van COVID-19 een link mee hadden: de "natte markten" met levende dieren in China.

Van vers geslachte dieren denken veel regionale consumenten dat die voedzamer zijn, sommigen gaan voor 'ye-wei', de "wildsmaak," en geloven dat het eten van exotische dieren goed is voor hun gezondheid en sociale status.

Deze samenloop –vers slachten en exotische dieren– creëert een perfecte storm voor overdracht van ziekten, waarbij volle kooien op deze natte markten vervuild raken met bloed, urine en uitwerpselen van ontelbare diersoorten door elkaar tot een broedplaats vol mogelijke infecties.

De handel in wilde dieren breidde zich in de jaren 1990 enorm uit om aan de vraag te voldoen van de groeiende middenklasse, ingegeven, aldus de Wereldbank, vooral door de vraag in China naar producten van wilde dieren.

Veel wilde dieren, doorgaans nog levend, komen China binnen via Vietnam uit Laos, waar de handel in wilde dieren steeg en zo de op twee na grootste inkomstenbron werd voor gezinnen op het platteland.

Op markten verkopen ze een ton aan dieren, letterlijk, waaronder vele ernstig bedreigde diersoorten.

En toen de vraag het aanbod oversteeg, werd de internationale wildhandel aangevuld met de oprichting van intensieve productiefarms met dieren in gevangenschap met allerlei wilde dieren, vaak gehouden onder slechte hygiënische omstandigheden in onnatuurlijke dichtheden, voordat ze worden vervoerd en in kooien terechtkomen op markten voor de verkoop.

Er zijn in China veertien miljoen mensen betrokken bij de agrarische industrie in wilde dieren, geschat op 74 miljard dollar.

De genetische bouwstenen voor het SARS-virus zijn sindsdien geïdentificeerd uit 11 verschillende coronavirus-stammen van Chinese vleermuizen, maar er zijn overal ter wereld corona-virussen die in vleermuizen zijn ontstaan.

De reden dat vooral China ground zero was voor meerdere oplevingen van dodelijke menselijke coronavirus-epidemieën ligt waarschijnlijk in deze natte markten.

In het geval van SARS bleek de tussengastheer de witsnorpalmroller, een katachtige die geliefd is om zijn vlees.

Ze worden niet alleen gefokt vanwege hun vlees; penis van civetkat wordt ook geweekt in rijstwijn als een afrodisiacum.

Deze dieren produceren ook de duurste koffie ter wereld.

Kopi loewak of civetkoffie wordt gemaakt door civetkatten koffiebonen te voeren en dan... de deels verteerde bonen uit hun ontlasting te halen.

Ik weet niet of je het goed kunt zien, maar dat zijn dus civet-drolletjes, een muskus-achtige, smeuïge substantie, uitgescheiden door de anale klieren, waardoor de koffie zijn karakteristieke smaak en geur krijgt.

Je zou kunnen zeggen dat deze unieke drank lekker is tot het laatste dropje.

Coronavirussen uit civetkatten afkomstig van markten met levende dieren waren vrijwel identiek aan het SARS-virus.

Wilde civets op wildboerderijen die aan de markten leveren, bleken grotendeels vrij van infecties te zijn, tot 80% van de bemonsterde civetkatten op markten bleek aan het virus blootgesteld.

Dit wijst erop dat de meeste besmettingen op de markt plaatsvinden, wellicht door een combinatie van menging van diverse soorten dicht op elkaar en de immuunonderdrukkende inwerking van stress.

Markten met levende dieren leiden niet alleen tot overdracht tussen soorten, vermeerdering van virussen en blootstelling van mensen, maar ook ook tot virale aanpassing.

Het SARS-coronavirus kreeg extra mogelijkheden door de natte markten in zuid-China om zich aan te passen voor civetkatten en mensen.

Kennelijk waren de civetkatten niet enkel de passieve doorgevers van het virus: ze blijken een broedplaats te zijn voor mens-gerichte mutaties in het virus zelf.

Het virus gebruikt zijn kroon met uitsteeksels als een sleutel in een slot om gast-receptoren toegang te verlenen tot de cellen van zijn slachtoffer.

Om te kunnen gaan besmetten van de ene soort op de andere, moeten de genen van die uitsteeksels muteren om te passen op de receptoren van de nieuwe gastheer.

Voor een nieuw slot is een nieuwe sleutel nodig.

Zowel het SARS-coronavirus als het SARS-coronavirus 2, het virus dat de oorzaak was van COVID-19, hechten zich aan een specifiek enzyme dat de cellen van onze longen bekleedt.

Tegen dat een mengelmoes van vleermuis-coronavirussen civetkatten had bereikt, waren de landingspunten van het virus nog maar twee mutaties verwijderd van koppeling aan de configuratie die aansloot bij menselijke receptoren, en zo was de SARS-epidemie met een besmetting van mens-tot-mens een feit.

Na het einde van de eerste SARS-uitbraak in 2003, raakten opnieuw mensen besmet, te herleiden tot een restaurant waar civetkatten werden geserveerd.

In tegenstelling tot eerdere gevallen waren de nieuwe slachtoffers niet erg ziek en leken ze het niet door te geven.

Virussen uit witsnorpalmrollers van zowel de lokale markt als het restaurant bleken vrijwel gelijk te zijn aan de virussen die werden ontdekt bij de nieuwe, mildere gevallen bij mensen.

De nieuwe civetvirussen hadden slechts één van de twee civet-op-mens-mutaties die werden aangetroffen bij alle nieuwe, menselijke patiënten, maar geen van de civet-coronavirussen van het voorgaande jaar.

Deze bevindingen wijzen erop dat tussen-gastheren coronavirussen helpen omvormen van het primaire reservoir in vleermuizen naar meer besmettelijkheid voor mensen.

Ja, vleermuizen worden in Azië voor hun vlees gevangen, en veel vleermuisjagers melden dat ze wel eens gebeten zijn.

Ja, verwerking en consumptie van niet goed verhit vleermuizenvlees komt nog steeds voor in China,

Guam en andere delen van Azië.

Maar er blijkt een tussengastheer nodig bij wijze van opstapje voor vleermuis-coronavirussen om zo te muteren dat er een pandemie voor mensen ontstaat.

Een systeem dat onvoorstelbaar goed ingericht is om dat proces te ondersteunen zijn de natte markten met wilde dieren.

Als reactie op de SARS-uitbraak voerde de Chinese regering strenge controles op de wildmarkten in, zoals een verbod op verkoop van civetkat.

Hoewel de definitieve sluiting van wilde-dierenmarkten wordt genoemd als een "sterk afschrikmiddel voor een volgende uitbraak van een zoönose" was het verbod na een paar maanden alweer opgeheven en de handel ging als vanouds.

Civetkatten stonden weer op het menu.

Als de autoriteiten in China lessen hadden getrokken uit SARS, naar de experts hadden geluisterd en de wildedierenmarkten voorgoed verboden, dan had de mensheid nu wellicht niet onder de ergste pandemie in een eeuw geleden.